Voor het modelleren van Personen en Organisaties is gekeken naar het Europese Core Person Vocabulary en Core Business Vocabulary.
Het model kent naast datum geboorte en overlijden een gender en 7 verschillende namen (alternativeName, birthName, familyName, fullName, givenName, matronymicName en patronymicName). Het gebruiksperspectief van Klantinternacties is het correct aanspreken, aanschrijven en indien nodig terugvinden van personen. Hiervoor volstaan in de praktijk de voorna(a)m(e)n, het voorvoegsel en de achternaam. Gender is niet nodig. Er kan volstaan worden met het vastleggen van een gewenste aanspreekvorm.
Het model kent: alternativeName, legalEntityActivity, legalEntityStatus, legalEntityFormType en legalName. Voor Klantinteracties hebben we alleen een naam nodig.
Het model kent voor zowel personen als organisaties: dateOfIssue, issuingAuthorityName, notation, schemaName, schemaURI. Voor Klantinteracties hebben we nodig: Soort Identificatie (BSN, RSIN, OIN, …) en de Identificatie (Identificator). De overige attributen zijn niet noodzakelijk. Op basis van de soort kunnen de notatie en de daarbij behorende regels worden afgeleid.